Come see the doctor.

Daar zit ik dan, voor het eerst in de wachtkamer van een Belgische huisartsenpraktijk. De welbekende informatiefolders over hoofdluis, dementie en erectiestoornissen staren mij aan vanaf de vensterbank. Tegenover mij zit een oude man met een vier centimeter lange grijze baard rustig een tijdschrift door te bladeren. De secondewijzer van de klok tikt luid en ik beweeg mijn voeten zenuwachtig heen en weer. Het gebouw lijkt hermetisch afgesloten daar ik geen internetbereik heb op mijn telefoon.

Ik denk terug aan twee dagen geleden. Bellend naar de huisarts voor het maken van een afspraak, braaf wachtend tot het vooraf ingesproken bandje met het keuzemenu zich zal aandienen, hoor ik opeens een paniekerige vrouwenstem "Hallo? Hallo?" roepen. Na vier keer mijn welgemeende excuses te hebben aangeboden en uitgelegd te hebben dat ik in Nederland altijd eerst een vooraf ingesproken bandje te horen krijg, waarna ik zes keer op verschillende knoppen op mijn telefoon moet drukken voordat ik een praktijkassistente aan de telefoon krijg waaraan ik mijn probleem kan voorleggen en die eventueel, mocht het in haar optiek van maatschappelijk of individueel belang zijn, een afspraak voor mij inplant, kan er een schamper lachje vanaf. Ik hoor haar denken: "Hollanders, zot volk."

Ze verzoekt mij om mijn hulpvraag even te formuleren. "Mevrouw, ik heb jeuk. U weet wel, daar beneden." Een reeks van gênante vragen dient zich aan. Op een monotone toon wordt er gevraagd of ik geslachtsgemeenschap heb gehad, hoelang dat geleden is, of dat al dan niet beschermd was, of ik een vaste partner heb, hoe ik mijn vagina reinig en of ik mij wens in te schrijven als vaste patiënt in deze huisartsenpraktijk. Ik, goed opgevoed, geef natuurlijk de meest gênante antwoorden, hoe kan het ook anders. De afspraak zelf is vlot gemaakt. Voordat ik de telefoonverbinding verbreek, vraagt ze nog snel: "Het is wel een man, vind je dat erg?" "Nee, een arts is een arts", antwoord ik.

En nu is het zover. Mijn eerste afspraak met een Belgische mannelijke huisarts. Een stemmetje in mijn hoofd zegt dat het een oude man zal zijn, zo rond de zestig jaar oud, met een baard, een witte doktersjas, een leesbril en stevige schoenen. Ach, hij zal al veel ervaring hebben, vreselijke dingen hebben gezien. Het verhaal wat ik hem zal moeten vertellen, valt in het niet bij wat hij allemaal al heeft moeten aanhoren tijdens zijn carrière als huisarts. Met dit soort gedachten doe ik een poging om mezelf gerust te stellen.

Dan hoor ik mijn naam door de wachtkamer galmen. Ik kijk op en zie een jongeman staan, rond de zevenentwintig jaar oud, type nerd, maar met een zeer goede kledingstijl, een hippe coupe en naar alle waarschijnlijkheid vorig jaar afgestudeerd van de universiteit. Mijn eerste kennismaking met de Belgische medische wereld begint in elk geval goed. Ik loop achter hem aan in de richting van zijn spreekkamer en na mij geïnstalleerd te hebben in de stoel tegenover deze jonge God, begin ik mijn verhaal tot in detail te vertellen. Hij stelt vragen, ik geef antwoorden. Ik stel vragen, hij geeft antwoorden.

Nadat hij de situatie in kaart heeft gebracht, alles heeft geanalyseerd, verschillende mogelijkheden is nagegaan en twee keer met een collega heeft gebeld om te overleggen, spreekt hij de legendarische woorden uit die ik nooit zal vergeten: "Ik zal u op tafel moeten leggen." "Het is dat mijn eerste indruk van u zo enorm positief is, meneer De Dokter, normaal gesproken spreid ik mijn benen niet tijdens een eerste afspraak."

Gelukkig was er niets aan de hand en had ik gewoon last van vroegtijdige examenstress. Ik kijk nu al uit naar mijn volgende consult bij de Belgische versie van McDreamy.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!