Het hoge noorden.

Welkom in Chiang Mai! Het is hier rustiger dan in Bangkok. Meteen hebben we het gevoel dat mensen hier minder van je willen dan in de hoofdstad van Thailand. Met een minivan worden we van het treinstation naar ons guesthouse gebracht. Midden in het centrum van Chiang Mai hebben we een oase van rust geboekt. Een fijne slaapplaats waar we volledig kunnen ontsnappen aan de drukte van de stad.

Diezelfde dag boeken we een jungle trekking. Het plan: twee dagen en een nacht in de groene wildernis van het ruige noorden. Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag vertrekken we richting de jungle.

De tocht begint leuk. Het is gezellig met de mensen die we ontmoeten. We zijn echter nog geen tien minuten aan het wandelen en het begint keihard te regenen. Die regen, die stopt niet. Het regent letterlijk de hele dag. Als verzopen katten komen we vijf uur later aan in een klein dorpje in de bergen, waar we zullen overnachten. Alles is zeiknat, vies van de modder, doorweekt en het stinkt. Ongelooflijk, hoe leven die locals hier?! Meteen vraag ik mij af hoe mensen hier gewend zijn om te slapen… We krijgen namelijk een tuinstoelkussen met vieze deken en ieniemienie kussen als slaapplaats. We doen die nacht dus geen oog dicht. Het voelt alsof we op houten planken liggen.

De volgende dag hebben we meer geluk. Het ontbijt is top en we hebben een stralend zonnetje tijdens de vier uur durende wandeling in de bergen. Hoewel we kleine paadjes inmiddels gewend zijn in deze groene omgeving, zijn we op een gegeven moment het spoor bijster. Waar is het pad? De gids vertelt dat hier geen pad is, maar dat we ons geen zorgen moeten maken: hij kent elke hoek en elke boom in deze jungle, hij gaat voor ons een pad maken. Met een hakmes en een kleine bijl creëert hij een ‘soort van’ wandelpad en we lopen ietwat verbouwereerd verder. Het einde is in zicht: we naderen de laatste waterval en dan lopen we de jungle uit. Wat een avontuur!

Na deze exercitie zijn we wel toe aan wat ontspanning, dus de volgende dagen wandelen we rond in het centrum van Chiang Mai. We zien veel mooie tempels, relaxen in het stadspark, genieten van de ‘kip van de straat’ en nemen een massage bij de vrouwelijke ex-gevangenen (=aanrader!). En dan is het tijd om de backpack weer in te pakken en door te gaan naar de volgende bestemming.

De rit er naar toe is hels: een minivan + haarspeldbochten + drie uur lang + tien Chinezen = kots. Wat een verschrikkelijke tocht. Misselijk, dat zijn we. Blij, dat zijn we ook, want we zijn in het walhalla van Thailand: Pai!

Meteen merken we de relaxte sfeer. Iedereen is helemaal zen. We lopen van het busstation naar ons guesthouse. Net iets buiten het centrum, maar Pai is klein, dus na een klein kwartiertje settelen we ons in het schattige ‘Pai Friendly Resort’. Daarna lopen we terug naar het centrum en genieten we van kip, noodles, sateetjes en een ijsje. Ook komen we Simon tegen, die we al kennen van de jungle trekking in Chiang Mai. We spreken af om de volgende dag scooters te huren en met z’n drieën de omgeving te verkennen.

Alweer: zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag trekken we met z’n drieën de wijde omgeving in. We zien prachtige dingen: de Canyon, hotsprings, watervallen, vierpoints, de omgeving van Pai is ongerept en geweldig mooi! Aan het eind van de dag rijden we langs een lokaal eettentje. Het fenomeen ‘all you can eat’ kennen ze hier ook. Maar hier kost het 55 Baht per persoon (= nog geen anderhalve euro per persoon!) en je krijg echt zo ontzettend lekker eten! Kip, papayasalade, ’spinazie a la Thailand’ en ga zo maar door.

De dagen erna hebben we enorm genoten van de rust en chillheid van Pai. Alles op z’n tijd, relaxt, ontspannen en helemaal uitgerust waren we na drie nachten in dit geweldige dorpje. Helaas komt aan alles een einde, want na deze heerlijke dagen, gingen we door naar het noord-oosten van Thailand. Pai, we missen je!

Na de helse busrit van Pai naar Chiang Mai, met wederom kotsende Chinezen aan boord…, gingen we direct door naar Chiang Rai. Vol verwachting kwamen we aan in dit noordoostelijke stadje van Thailand, welbekend om de gigantische witte tempel.

Wat een tegenvaller. Chiang Rai is volgens mij echt het kleine Bangkok. Iedereen wil iets van je, het is vies, het stinkt, het hostel was gruwelijk slecht (sperma op het dekbed!), kortom: slechte keuze om hier twee nachten te blijven. We hebben de witte tempel bezocht, waar het overigens krioelt van de toeristen, maar daarnaast hebben we voornamelijk series gekeken en hebben we tosti’s gegeten van de 7Eleven (Albert Heijn van Thailand).

Na twee nachten namen we (voor de verandering) een lokale bus naar het kleine Chiang Khong. Dit stadje ligt heel dicht bij de grens met Laos, aan de Mekong rivier, precies waar we de grens ook over wilden steken. Het was letterlijk een straat, waar ’s avonds een lokale markt was met heerlijk eten en vers fruit. Wij waren de enige toeristen op deze hele markt. Het voelde geweldig! Daarnaast kwamen we weer helemaal tot rust. In ons fijne guesthouse was een zwembad en daar lagen we met z’n tweeën te zonnen. Na het vreselijke Chiang Rai was dit echt een verademing.

Na twee weken Thailand was het tijd om naar Laos te gaan. Daar zitten we nu. We zijn net aangekomen in Huay Xai. Een heel klein dorpje aan de andere kant van de Mekong rivier. Als je naar de overkant kijkt, zie je Chiang Khong. We blijven hier een nacht en morgenochtend vertrekken we met de slow boat naar Pak Beng en de dag erna naar Luang Prabang. Het Laotiaans avontuur gaat beginnen! We genieten er nu al van!

Liefs vanuit backpackers paradise, G&E

Reacties

Reacties

Jorien

Ontzettend leuk om je verhalen te lezen en jullie zo te volgen tijdens deze geweldige reis!!! Heel veel plezier!!!

Peggy

leuk geschreven!
Dat jullie veel plezier mogen beleven in Azië.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!