Structured And Unstructured.
Schema, rooster, planning en agenda. Volgens een - niet nader te noemen - persoon vier dingen die mij perfect definiëren. Kan ik hier überhaupt tegen ingaan?
Hoewel het in mijn optiek de normaalste zaak van de wereld is om mijn lessenrooster tot het einde van het semester in mijn agenda te noteren en daarbij alle wijzigingen, deadlines en inschrijvingsmomenten voor opdrachten en cursussen keurig bij te houden, bestaan er ook mensen die op zondagavond om elf uur via facebook durven te vragen of ze maandag les hebben, welke les dat is, hoe laat die les begint en waar ze dan moeten zijn. Eenmaal in de les aanwezig, vinden deze mensen het nodig om alle (soms meest smerige) seks- en kotsdetails van het weekend zeer uitgebreid te bespreken met hun soortgenoten. Dit heeft als gevolg dat ik me bevind in een aula gevuld met gebabbel, fluisterachtig gezoem, uitermate vervelend gegiechel en docenten die om de tien minuten hun les onderbreken om voor de achtendertigste keer te vragen of het stil kan zijn.
Ik hoop elke dag weer dat dit soort heel de dag in bed blijft liggen, een beetje muziek luistert en zich vol eet met chocola en chips. Mijn wens is of ze tenminste ergens willen bivakkeren waar ik op geen enkele wijze ook maar iets met ze te maken zou kunnen krijgen. Mijn twijfels over een vruchtbare samenwerking met deze 'studenten' moge duidelijk zijn. Alhoewel ik ervan overtuigd ben dat het niets zal helpen, is de enige richting die ik ze wijs, die van de Studievaardigheidstraining.
Geïntrigeerd door deze absurde mentaliteit, komen er vanzelfsprekend allerlei net zulke absurde en bijna onbeantwoordbare vragen bij me naar boven. Ik vraag me opeens af hoe dit soort boodschappen doet. Gaan ze doelgericht te werk? Lopen ze maar een beetje rond te lopen in de winkel? Gooien ze alles los op de band bij de kassa? Pakken ze het netjes in? Het lijkt me tijd voor een klein psychologisch observatieonderzoekje.
Als onweerstaanbare vrouwelijke James Bond loop ik door de Albert Heijn. Na een paar seconden heb ik een slachtoffer gevonden waarvan ik denk dat ze voldoet aan het profiel van de te onderzoeken doelgroep. Met pen en papier in de aanslag begin ik deze ongeveer twintig jaar lijkende dame op een zo onopvallend mogelijke manier te bespioneren. Ik ben blij dat ze vreselijk met zichzelf bezig is, want onopvallend bespioneren is een vak apart, zo blijkt.
Eerst indruk? Chaotischer dan chaotisch. Kan ik het nog duidelijker omschrijven? Ja. Zigzaggend door de Albert Heijn rennend roept ze naar haar boodschappenmaatje (waarschijnlijk net zo'n geval...) dat ze toch nog die zesde aardappel erbij moet pakken, echt heel zeker weet dat ze nu meteen een nieuw pak chocoladecornflakes nodig heeft en zich al afvraagt hoe ze al die aankopen alle trappen bij haar kot op moet slepen. Ik kan de zweetdruppels op haar voorhoofd bijna tellen en het zweet onder haar oksels bijna ruiken.
Afrekenen aan de kassa is ook iets wat sommige mensen nooit op een normale manier zullen kunnen. De dame in kwestie kan haar portemonnee niet vinden. Na een paniekerige, maar geslaagde zoektocht, valt bij het openritsen ervan al haar kleingeld eruit, wat natuurlijk alle kanten op rolt. Boodschappen inpakken is ook al niet haar sterkste kant, gezien de gescheurde zak en het tempo wat ze hanteert. Het verbaast me helemaal, maar dan ook helemaal niets dat dit soort alle lessen al kwebbelend doorbrengt.
Gelukkig voor mij haalt dit soort het eerste (filter)jaar toch niet en ik ben blij, want ik heb gelijk een beknopt verslag van de observatieopdracht voor het vak Practicum. Wat is het leven toch een feest.
Help The Poor.
Huisvuil, afval, vuilnis of nutteloze resten des levens: het maakt niet uit welke naam ik er aan geef, voor mij is het een grote bron van ergernis.
Het afvalsorteer-reglement, met veel zorg en precisie samengesteld door mijn lieve kotgenootjes Charlotte en Lore, waar kort en bondig in staat: 'Vanaf maandag het vuil in de daarvoor bestemde grote zak op de binnenkoer dumpen, op woensdagavond de volle grote zakken buiten naast de voordeur zetten', wordt door sommige Boerhaave-bewoners in de verste verte niet nageleefd. Ook niet na vele briefjes, facebookberichten op de Boerhaave-facebookpagina en face-to-face-praatjes.
Als ik mijn trouwe tweewieler wil pakken, struikel ik over de losse, half dichtgeknoopte zakjes vuil die her en der rondslingeren op de binnenkoer, bij binnenkomst in de (eerst zo propere) gang val
ik bijna met mijn neus in de uitgeharde pizzaresten en tijdens een bezoekje aan het toilet heb ik niet eens genoeg tijd om de vele lege wc-rollen te tellen die op de grond zijn gedropt.
Frustrerend.
Ik krijg steeds meer het idee dat ik op een vuilnisbelt in een ontwikkelingsland terecht ben gekomen en hier een poging moet doen om het leefbaar te laten lijken. Een doel wat in mijn ogen toch
redelijk gelijk staat aan Lay\'s dat zorgt voor precies 200 gram chips in de zakken, stoommaaltijden met daadwerkelijk de beloofde 150 gram groenten erin en de garantie dat ik over 41 jaar van mijn
welverdiende pensioen kan gaan genieten. Onmogelijk.
De kern van het probleem is me nog altijd niet duidelijk. Ervan uitgaande dat elk kotgenootje (ook het nalatige soort) kan lezen, beschikt over een gemiddeld (of iets hoger dan gemiddeld) denkniveau en enig moreel en ethisch besef... Dan zou dit probleem er helemaal niet zijn! Ergens gaat het mis en ik weet niet waar.
Ik pieker me suf en ik stel mezelf vragen. Aan de hand van de theorie van het vak Gesprekstechnieken, die ik natuurlijk tot in de puntjes beheers, zou ik op dit moment in staat moeten zijn om de personen in kwestie geraffineerd te manipuleren. De vraag is of ik mezelf daar nu al mee bezig wil houden. Een Sociaal psychologische theorie is het omstanderseffect: hoe meer mensen, hoe minder verantwoordelijkheid. Met andere woorden: iemand anders zal er wel voor zorgen dat al het rondslingerende vuil op onverklaarbare wijze verdwijnt, we wonen hier tenslotte met veertien meiden.
Met deze gedachten viel ik de afgelopen drie weken elke avond in slaap. Tot vanmorgen. Vanmorgen zag ik het licht. Een heldere ingeving, het ontbrekende puzzelstuk in deze ingewikkelde zaak.
Mijn nalatige kotgenootjes kennen de dagen van de week niet. Ze hebben daglexie, een leerstoornis die voorkomt bij 0,00001% van de wereldbevolking. Wat een ongelooflijk toeval dat dit zeldzame type mens zich verzameld heeft in het Boerhaave-huis.
Ik ga de arme schaapjes de dagen van de week leren. Met engelengeduld.
Dedicated to C&L
p.s. Zes van de zeven examens gehaald!
Exams.
Liters thee, zo nu en dan een tas koffie, geordende aantekeningen, boeken vol gekalkt met fluorstiften, mijn telefoon op de Alles Stil-modus, het is begonnen: de (oh zo gevreesde) blok. De twee
weken durende periode om de massa\'s leerstof, die de geliefde Lessiusdocenten maanden lang op gestructureerde wijze bij alle studenten naar binnen hebben geprobeerd te gieten, in mijn mooie
hoofdje te stampen. Van de Sociale leertheorie van Bandura tot het Sociaalpsychologische Kakkerlakkenexperiment van Zajonc, van de communicatie tussen zenuwcellen tot de standaardnormale verdeling
van Gauss en van de structuur van het geheugen tot de definitie van een Los-zand-gezin.
Lezend, schrijvend, memoriserend, proefexamen makend en nog een keer lezend, sijpelt alle leerstof mijn langetermijngeheugen binnen. Wat een geluk dat het langetermijngeheugen een onbeperkte
capaciteit lijkt te hebben. Een gezonde dosis zelfdiscipline in combinatie met de Lama-filmpjes als nodige ontspanning tussen de - soms zeer gecompliceerde - theorieën door en mijn zelfbedachte
Facebook-beloningssysteem, maakt dat dit voor mij totaal geen straf is. Ik schijn er zelfs slimmer door te worden, zalig.
Natuurlijk heeft dit ook zijn keerzijde. De mate van eenzaamheid tijdens deze intensieve studieperiode wordt steeds een beetje groter, daar al mijn kotgenootjes - op één na - zich voor twee weken
in hun ouderlijk huis hebben geïnstalleerd en zich laten verwennen door moeders\' kook- en waskunsten, bedenkend dat zij eind januari, na de stressvolle examenperiode, weer enig teken van leven
zullen vertonen. Ik ben benieuwd of ik ze straks nog herken.
Ik voel nu al de empathie die dit epistel losmaakt. Maar, trouwe volgers, geen paniek. De voordelen van deze enorme stilte in mijn geliefde Antwerpse studentenhuis wegen zwaarder. De mate van
afleiding is zeer klein. De minimale geluidjes, die kenmerkend zijn voor de aanwezigheid van mijn zeer gewaardeerde kotgenootjes, zijn op geen enkele manier te bespeuren, wat resulteert in een
optimaal concentratievermogen. Ik herken mezelf er bijna niet in terug.
Hoe een mens zijn gedrag kan bijstellen in een periode van drie en halve maand. Ik zou er uiteraard allerlei theorieën op los kunnen laten vanuit verschillende psychologische invalshoeken, maar ik
zal jullie sparen en deze bewaren tot de examens beginnen, zodat ik het witte lijntjespapier flink kan bombarderen. Ik kijk er nu al naar uit.
Salukes suskes!
Liefs, Ester
Antwerp, the city of life.
Behalve als ik 's morgens met mijn velo door de stad rijd. Het verkeer is hier - hoe zal ik het zeggen - ietwat chaotisch, zacht uitgedrukt. Afgezien van het feit dat je hier (vanwege het ontbreken van degelijke fietspaden) wordt geacht om op de autobaan, trambaan of stoep te fietsen, moet je vooral gefocust zijn opdat je niet oplettende, met een kip zonder kop overstekende voetgangers ontwijkt. Standaard met de duim van mijn linkerhand op mijn fietsbel gedrukt en drie vingers van mijn rechterhand om mijn handrem geklemd, probeer ik heelhuids, zonder enig (lichamelijk) letsel veroorzakend, op school te geraken. Na het passeren van het Centraal Station, waar iedereen elkaar links en rechts inhaalt, waar verkeerslichten eerst allemaal tegelijkertijd op rood staan en daarna allemaal tegelijkertijd op groen staan, waardoor dus op elk moment iedereen op elkaar aan het wachten is, waar buschauffeurs mensen precies uit laten stappen op de weg waar ik een paar seconden eerder had bedacht te kunnen gaan fietsen en waardoor ik al fietsbellend en slingerend op de stoep uitkom en waar natuurlijk ook nog van rechts een overvolle tram al bellend aan komt rijden, ben ik op de helft van deze helse tocht. Ik zie het elke dag weer als een wonder dat ik 1) niet word overreden door een auto, bus, tram of scootmobiel en 2) zelf geen grootse ongelukken veroorzaak in deze enorme verkeerspuinhoop. Gelukkig kan ik mijn weg vervolgen op De Meir. De grote winkelstraat waar je met gemak in één middag twee maandsalarissen kunt spenderen. Maar om acht uur 's morgens niet hoor, nee nee, dan fiets ik in twee minuten De Meir af. Vooral omdat er niemand in de weg loopt. Het einde van De Meir: even zwaaien naar Albert Heijn. En dan, net achter de Groenplaats, natuurlijk alleen maar te bereiken via een omweg vanwege eeuwigdurende wegwerkzaamheden, ben ik eindelijk op school.
School: de boeken zijn dik, de leerstof soms taai, de docenten soms oubollig, de pauzes te kort, de rij bij de wc te lang en de koffie te slap. Klink ik nu zoals een student zou moeten klinken?
Stiekem vind ik studeren geweldig. Dit had ik veel eerder moeten bedenken. Ja okee, het is waar, de boeken zijn dik, de leerstof is soms taai en de docenten zijn soms oubollig. Maar eigenlijk vind ik het allemaal heel leuk en ja, ik voel me een nerd. In het weekend sluit ik me op en doe ik alles voor school, waardoor ik doordeweeks lekker rustig aan kan doen. Goede Tijden moet ook terug gekeken worden en Barbie's Baby, Boer Zoekt Vrouw, Expeditie Robinson en Dokter Tinus vragen ook enige aandacht.
Of ik al wegkwijn van de eenzaamheid? Ben je gek! Met mijn lieve vriendinnetjes is het altijd gezellig op school. Samen klooien op één van de campuscomputers om eindelijk eens wegwijs te geraken in al die databanken vol wetenschappelijke artikels, een plan bedenken over hoe we dat 3D-hersenmodel in elkaar moeten steken (er staat maar twee uur voor...), SPSS Statistics installeren, een half uur in de rij staan bij de Studentenresto en ondertussen leren ze mij Antwerps en leer ik hen Nederlands. 's Avonds om half negen wordt er altijd aangebeld. Of ik mee kom roken? Tuurlijk, gezellig! Toch handig, zo'n parlofoon en leuke kotgenoten.
In het kader van 'bijtijds naar bed en morgen vroeg op' hou ik het hierbij voor vandaag. Morgen mag ik me weer verdiepen in Neurofylogenese en vormen van conformisme, hoe leuk?!
Salukes suskes! xxx
All Good Things Come To An End
Een beetje gegeneerd, omdat ik al ruim twee weken in Nederland ben en ik in mijn hoofd aan jullie heb beloofd om de Kaapstad-avonturen zo snel mogelijk met jullie te delen, ben ik dan eindelijk
begonnen met het op papier zetten van de laatste dagen Zuid-Afrika.
Na de Wine Tour op zaterdag in Stellenbosch, waar we onszelf vanaf een uur of elf 's morgens volgoten met Chenin Blancs, Merlots en Pinot Noirs en ondertussen uitgelegd kregen hoe wijn maken in z'n
werk gaat, was het tijd om naar Kaapstad te gaan. Rond half tien 's avonds kwamen we aan in deze enorm grote stad, vanaf de snelweg al een prachtig plaatje. Nadat de chauffeur zich een weg gebaand
had door de lichte verkeerschaos, werden we gedropt bij The Backpack, waar Sarah en Jon (Wales) al op ons wachtten, klaar om het Kaapstadse uitgaansleven te ontdekken. Dat was echt een superleuke
avond! Anders dan Johannesburg, kan men hier wel 's avonds laat over straat, wat het toch allemaal wat makkelijker maakt.
Op zondagochtend moesten we voor tien uur uitchecken, want we gingen naar een ander hostel, Capetown Backpackers, ongeveer twintig meter van The Backpack vandaan. Eenmaal aangekomen, ingecheckt,
bedden opgemaakt en bijna klaar om richting Table Mountain te gaan, ging mijn telefoon. In het beeldscherm stond mijn moeder. Geen goed teken. Mijn oma was overleden. En ik was er niet. Na een
minuut bedacht ik dat ik echt per se bij de begrafenis wilde zijn. Ik zou maar twee dagen eerder terug moeten vliegen dan gepland, dus ik zou van Zuid-Afrika niets missen. Na een telefoontje naar
de verzekering was het geregeld. Ik zou woensdag 31 augustus terugvliegen. Hoewel ik na dit nieuws gehoord te hebben heel verdrietig was, wilde ik wel naar Table Mountain, wetende dat ik al lopend
over deze berg goed zou kunnen nadenken en ook rust zou vinden, even weg van de stad. Table Mountain was dan ook prachtig! Met de Cable Car gingen we omhoog en hebben we vierenhalf uur gelopen. Aan
het eind van de middag gingen we weer met de Cable Car naar beneden en liepen we terug naar het hostel.
Maandag gingen we naar Robben Island. We liepen van het hostel naar het Waterfront, ongeveer driekwartier lopen. Na een korte boottocht kwamen we aan in de haven van Robben Island. Ik realiseerde
me dat hier jarenlang politieke gevangenen zijn vastgehouden, hoe bizar is het dan om er nu rond te lopen en cellen te bezoeken. We werden rondgeleid door een ex-gevangene. Hij wist heel goed te
vertellen wat er allemaal gebeurd was, wat ze te eten kregen, met hoeveel medegevangenen ze een cel moesten delen, dat ook hier de apartheid speelde en dat ze in 1995 een reünie hadden
georganiseerd voor ex-gevangenen. Het maakte wel indruk.
Dinsdag deden we de Cape Peninsule Tour met de Baz Bus. Een tour die je alle mooie plekken in Kaapstad laat zien; Camps Bay beach (12 Apostles), Hout Bay (zeehonden in het wild), het prachtige
uitzicht langs Chapman's Peak, pinguins op Boulders Beach in Simon's Town en natuurlijk Cape of Good Hope en Cape Point. Tussendoor een kilometer of vijf mountainbiken en daarna een heerlijke
lunch. Het waaide echt keihard, dus mooie foto's met wapperende haren zijn geen uitzondering en ook was er enige voorzichtigheid geboden tijdens de wandeling naar Cape Point, maar we zijn heelhuids
beneden gekomen!
Woensdag, mijn laatste dag. Ik zou 's avonds om negen uur naar het vliegveld gebracht worden. We hadden dus nog de hele dag. Het was perfect weer voor een wandeling door de stad. We begonnen bij de
Waterfront en liepen naar Green Point Stadium, daarna weer naar de Waterfront en vanaf daar lieten we ons leiden door de Lonely Planet. Dit praktische handboek liet ons alle highlights van de stad
zien. Van de moslimbuurt met de gekleurde huizen tot de Company Gardens en van de Kathedraal tot het plein waar vroeger de slaven werden verkocht.
Ik vond het raar om door de stad te lopen en me te realiseren dat ik diezelfde avond weer terug zou vliegen naar Nederland. Een maand, het ging zo snel voorbij! Ik heb zoveel gezien, gedaan en
geleerd. Dit is mijn eerste backpack avontuur geweest, maar absoluut niet de laatste. Reizen is verslavend. Ik kan het iedereen aanraden!
Tot later!
Liefs, Es
From South Africa, with love
Jeffrey's Bay, het zonnige paradijs. Een klein stadje waar je binnen een uur door heen struint en waar iemand met het concentratievermogen van een driejarige chimpansee die zijn banaan kwijt is de
weg in een mum van tijd terug zou kunnen vinden. Met deze informatie in mijn achterhoofd liep ik op mijn dooie akkertje naar de wasserette, iemand moet het doen. In tegenstelling tot de eerder
bezochte kleine stadjes en dorpjes, was hier wel gedacht aan de eerste levensbehoefte van de vrouw: shoppen. Dit resulteerde in de aankoop van een wit met roze fleece vest. Wetende dat ik dit nodig
zou hebben, aangezien de temperatuur licht daalt daar wij ons steeds meer ten westen van Zuid-Afrika begeven. En in Jeffrey's Bay is het 's avonds ook aan de frisse kant.
Stormsriver, het dorp waar ik 'mijn' dag zou gaan hebben. Want wat keek ik er onwijs naar uit: de bungy jump vanaf de Bloukrans Bridge. Om elf uur 's morgens kwamen we aan bij het hostel en om twee
uur stond ik op de brug, samen met Jessie (USA), die al aardig wat bungy jump-ervaring heeft en haar best deed om mij mentaal voor te bereiden op de sprong. Wat vond ik dit eng! Ik durfde bijna
niet te springen, maar wist ook dat ik voor altijd spijt zou hebben als ik het niet zou doen. Het gevolg hiervan was dat ik echt keihard gillend van de brug werd geduwd en door de bergen mijn eigen
echo hoorde. Vier seconden lang voelde ik helemaal niets, zo ongelooflijk hard ga je naar beneden: wat een kick! Daarna bounce je een paar keer op en neer aan het elastiek en voel je al het bloed
naar je hoofd en armen zakken. Precies genoeg tijd om te beseffen wat er allemaal gebeurd. Dan word je omhoog getakeld, wat een uitzicht! Het is echt prachtig. Door de bergen heen zie je de
Indische Oceaan en onder je zie je een klein riviertje. Het omhoog takelen gaat langzaam, dus ik had ruimschoots de tijd om deze mooie omgeving in me op te nemen. Om vijf uur waren we weer terug
bij het hostel, waar Bram de hele middag bezig was geweest om de Baz Bus en alle hostels te boeken tot Kaapstad, zodat we ons daar niet meer mee bezig hoefden te houden. Dat reist relaxter. 's
Avonds zijn we lekker uit eten geweest en daarna hebben we bij het haardvuur tennis gekeken.
Oudtshoorn, midden in de Karoo, de Struisvogelhoofdstad van de wereld, die verbonden is met Alphen aan de Rijn en waar men gaat wonen om te genieten van het pensioen. De mensen zijn er bijzonder
vriendelijk. Het hostel waar wij zaten bood verschillende tours aan en wij kozen voor de Grotten en de Struisvogelboerderij. De grotten waren schitterend! Echt bizar hoe de natuur dit zelf vormt.
Na de grotten gingen we door naar de struisvogelboerderij. Het regende pijpenstelen, dus we konden niet struisvogelrijden. Ik blij, want ik vind dit echt dierenmishandeling. We kregen wel een
gratis rondleiding en konden op struisvogeleieren staan. 's Avonds hebben we struisvogelvlees gegeten, wat echt heerlijk is!
Hermanus, pittoresk, overzichtelijk en waar men uren met verrekijkers aan de kust staat in de hoop een glimp op te vangen van langs zwemmende walvissen. Daar waar wij 's avonds aankwamen bij het
hostel en gelijk een mooi bierfeestje hadden. Bram deed zijn langverwachte Shark Cage Dive en ik heb uren door dit gezellige stadje rondgelopen, tot de conclusie komend dat het ook hier geen
uitzondering is dat fastfood ketens buren van elkaar zijn. KFC, Wimpy en Steers, veel voorkomende MacDonald's imitaties hier in Zuid-Afrika.
Stellenbosch, daar waar wij hartelijk welkom werden geheten en meteen een Double room- en suite kregen aangeboden, want de kamers stonden toch maar leeg. Waar het nu keihard regent, waardoor we de
Wijn Tour naar morgen hebben verplaatst en dus nog een dag in deze chille accomodatie kunnen vertoeven, met gratis WiFi, fijn. Ik hoor net dat we zo Theo Maassen gaan kijken op YouTube, wat een
relaxte vakantie!
Vanaf morgenavond zitten we in Kaapstad, op naar Table Mountain, Lion's Head, Robbeneiland en Longstreet, want we gaan natuurlijk ook wat kroegen langs!
Tot zover.
Hasta la vista!
Liefs, Es
Message from Paradise
Het schijnt normaal te zijn dat de tijd snel gaat als je het naar je zin hebt, maar zo snel als de tijd in Zuid-Afrika gaat, is echt niet te filmen. In een moordend tempo hoppen we van plaats naar
plaats en doen en zien vanalles. Hier volgen de highlights!
Durban was super! Lekker een middag gechilld op het strand, we hadden ontzettend veel mazzel met het weer: strakblauwe lucht, zon en een fris briesje. Mijn bruine kleur houdt stand. Genoeg
gechilld, de dag erna zijn we naar de 'Valley of 1000 Hills'gegaan. Eenmaal aangekomen kregen we eerst een rondleiding door de Crocodile Farm en de Snake farm. De jongen die ons rondleidde wist
heel veel te vertellen en hij kende de krokodillen allemaal bij naam, hoe oud ze waren en hoeveel ze wogen. Hij liep zelfs over hun rug. We hebben het maar niet gehad over de risico's van het vak.
De slangen waren leuk om naar te kijken, voor het eerst in m'n leven heb ik een slang aangeraakt (en gelachen voor de foto, daarna hard weggerend). Na deze rondleiding gingen we door naar de
'Zulu-experience', waar we konden zien hoe'Verliefd - verloofd - getrouwd' eraan toe gaan in de Zulu dorpen. Ze bestaan nog.
Van Durban naar Umkomaas: wat een wereld van verschil. Dit was echt een miniscuul dorp. Aantal inwoners: ongeveer 5000. Het dorp waar de kroegen om half tien 's avonds sluiten, maar waar het bier
dan wel heel goedkoop is. De mensen zijn hartelijk en behulpzaam en de 'self catering unit' (lees: appartement met alles erop en eraan) kost niks. Hier waren we minder gezegend met het weer: regen
regen regen... Dus op de momenten dat het droog was, renden we naar de supermarkt en naar de kroeg en als het regende, zaten we binnen: beetje lezen, beetje foto's kijken, beetje relaxen. Umkomaas
is wel echt een plek om tot rust te komen.
Door naar Coffee Bay. Party Party Party! We vielen gelijk met de neus in de boter: een Jungle Party! Het kwam erop neer dat iedereen dressed up met bladeren stond te feesten in het hostel. Bier,
shotjes, iedereen was los, helemaal leuk! De volgende dag gingen we een hike doen naar de 'Hole in the Wall', een flinke hike, langs de Wild Coast, waar we dolfijnen en een walvis gespot hebben en
aan het eind lekker gerelaxt hebben in het gras met een kaas-ham-tomaat-tosti. De dag erna is Bram gaan surfen en ben ik met Sarah (Wales) gaan paardrijden. Op het strand, door de bergen, echt
super leuk! Ik heb er nog steeds spierpijn van...
Daarna Port Elisabeth. Een grote stad, waar hoogstwaarschijnlijk veel te beleven valt, maar waar wij met maar een reden stopten en dat was Addo Elephant Park. Om tien uur 's avonds kwamen we aan in
PE en de volgende ochtend om zes uur werden we opgehaald voor een tour door dit prachtige natuurpark. Amper geslapen, want op onze kamer lag meneer Zaagmachine zijn houtvoorraad voor de winter aan
te vullen. Maar ik heb onwijs genoten in Addo Elephant, het is een groot park met veel bos. We hebben een kudde olifanten gezien, apen, meerkatten en nog veel meer. Helaas hield de rest van de Big
Five zich te goed verborgen, maar dat is alleen maar een reden om nog een keer terug te komen ;)
En nu Jeffrey's Bay. Wat een paradijs! Dit is zon, zee en strand. Waar ik nu van ga genieten!
Liefs, Es
Experiences from South Africa
Al een week zit ik in dit prachtige land, met uiteenlopende temperaturen (ik hou van mijn zwarte vest), het land waar men in een villa kan wonen met een enorm hek en elektrische beveiliging en met
het uitzicht op 'huizen' gemaakt van klei en een golfplaten dak. Het verbaast me hoe dicht arm en rijk hier bij elkaar wonen, net zoals het me verbaast dat sommige mensen alleen maar een hek om hun
huis heen hebben, in plaats van een enorme beveiligingsinstallatie. Erg eigenlijk dat dat me opvalt.
Op dag een, de aankomst in Johannesburg, hebben we gelijk alle toeristenregels van Zuid-Afrika al verbroken. We gingen met een backpacker (Christoph) die we in ons hostel tegenkwamen in de auto
naar het Apartheidsmuseum. De rit ernaar toe was - hoe zal ik het zeggen - zeer uitgebreid en ik heb half Johannesburg gezien. De rit terug naar het hostel was nog leuker. Christoph wist de weg wel
ongeveer, maar in het halfdonker kwamen we terecht in Soweto, een township waar je liever niet rondloopt, ook niet bij daglicht. Ik moet zeggen dat ik me er wel veilig voelde, maar dat schijnt een
persoonlijk ding te zijn... ;)
We zijn een dag in Johannesburg geweest en daarna doorgegaan naar de Northern Drakensbergen. We kwamen aan bij een levendig hostel, waar het drie uur duurde voor we ingecheckt waren. De dame achter
de receptie was een heldin in multitasken, maar sloeg hierin ook een beetje door, met als gevolg dat ze iedereen tegelijk aan het helpen was, maar dus eigenlijk voor geen meter opschoot. Leuk aan
dit hostel was wel dat ze een over een heerlijke jacuzzi en een sauna beschikten, waar we dus ook goed gebruik van hebben gemaakt.
Uiteraard hebben we niet geluilakt in de Drakensbergen. Een middag gefietst, driftig op zoek naar een pinautomaat en een supermarkt, deze (na drie uur) niet gevonden en uiteindelijk door een
chauffeur van Baz Bus afgezet in Bergville (een dorpje op eenentwintig kilometer afstand van ons hostel...) waar we konden pinnen bij een benzinepomp en daarna door een straat naar de Spar konden
lopen voor onze boodschappen. Aardig dat die chauffeur ons afzette in Bergville, maar hoe moesten we nou terug naar het hostel? Aan de manager van de supermarkt vroegen we of hij iets wist en hij
stuurde een medewerker met ons mee om ons naar de taxistandplaats te brengen. Ik wist niet wat ik zag! Het krioelt er van de mensen en ik voelde me totaal niet op m'n gemak. Eenmaal in de
MiniTaxiBus (met dertien locals) richting het hostel bedacht ik me dat het eigenlijk best wel cool was dat we dit ook weer hadden beleefd en dat het toch ook verstandig zou zijn om dit soort
capriolen niet meer uit te halen.
De dag erna een flinke wandeltocht door de bergen gemaakt. In de sneeuw! Ik geloofde mijn eigen ogen bijna niet. Maar het maakte de tocht wel leuker, want zo vaak ligt er geen sneeuw. Dus hop,
doorlopen en met een ladder de berg op klimmen, super! In de loop van de dag trok de hele lucht open en hadden we een prachtig uitzicht, een heerlijk zonnetje en een aangename temperatuur om te
hiken. Aan het eind van de dag was alle sneeuw gesmolten en konden we dus nog meer zien, echt heel mooi!
De dag daarop volgend was ook leuk, we gingen naar Lesotho (zeg: Lessuwtuw) om daar te kijken hoe de bevolking leeft, de kinderen naar school gaan en de medicijnvrouw ziektes op onverklaarbare
wijze geneest. Het deed me heel veel om de kinderen daar te zien, hoe ze daar in de klas zitten en hoe blij ze zijn met ballonnen. Het basisonderwijs is gratis, dus gelukkig leren alle kinderen
lezen, schrijven en rekenen, maar daarna is de toekomst onzeker. Zielig vond ik het, al weet ik dat de kinderen daar niet beter weten dan dit. Het lokale bier proeven hoorde natuurlijk ook bij deze
dag, net als de maispap met spinazie, wat iedereen hier eet als ontbijt, lunch en avondeten.
En nu zitten we in Durban. Een levendige stad, met levendige hostels en levendige mensen. Vandaag zijn we naar het Aquarium geweest (zie voor je: Dolfinarium in het kwadraat) en hebben daar een
mooie dolfijnenshow gezien, een zeehondenshow en heel veel vissen en haaien. En nu ga ik lekker uit eten!
Dag lieve fans! Dikke kus vanuit Durban, Ester